header background image
 

De tien geboden voor een ecologisch interessante hoogstamboomgaard

Om een hoogstamboomgaard aan te leggen die niet enkel mooi is en smakelijk fruit oplevert, maar waar ook de natuur een plaatsje wordt gegund zijn er een aantal aanbevelingen. Naarmate meer van deze aanbevelingen kunnen worden opgevolgd zal de natuur er ook beter van worden.

1.

De boomgaard is groot (liefst 100 tot 300 bomen en meer. Er is een positieve relatie tussen het aantal soorten en de oppervlakte).
Aansluiting met een parkachtig landschap buiten de boomgaard kan ook al helpen.


2.

Er bevindt zich een rijkheid aan soorten. Waardevolle hoogstamboomgaarden bevatten meerdere fruitsoorten,
met een overwicht van appel- en perenbomen (o.a. voor holtes)


3.

Het plantverband is niet te klein, zodat ook plaatselijk de zon de bodem kan bereiken.
Toch moet het aantal bomen per hectare minstens 20 zijn, omdat anders schade aan de bomen door te intensieve betreding door onderdak zoekend vee te groot wordt.

4.

Er is veel structuur. De boomgaard bevat vele KLE's (Kleine Landschapselementen), zoals hagen, houtkanten,
braam-struweel, ruige hoekjes, poelen, gebouwtjes, zoomvegetaties.
Een haag is interessant voor dierensoorten als geelgors, zwartkop, merel, fazant, tuinfluiter, heggenmus, winterkoning, kneu, …
Ook het behoud van een wat ruige zoomvegetatie bevordert om tal van redenen sterk het belang van een hoogstamboomgaard voor dieren.

5.

De boomgaard is rijk aan dood hout in de vorm van (snoei)houtstapels en houten (onbehandelde) weipalen.

6.

De boomgaard wordt haast niet met biociden behandeld of te zwaar bemest.

7.

Ze wordt extensief beweid. Beweide hoogstamboomgaarden zijn het waardevolst voor vogels, omdat enkel rond een beweide boomgaard hagen staan. 
Mest en vee zorgen voor veel insecten en kort gras vergemakkelijkt het foerageren op bodeminsecten en wormen sterk.
Paarden zouden negatiever zijn dan ander vee, omdat ze zich te onstuimig gedragen. Toch neemt net beweiding door paarden toe.
Eigenlijk zijn schapen het best, omdat ze het minst bodemverdichting veroorzaken: slechts 1 – 4 cm versus 10 – 15 cm bij koeien.

8.

De boomgaard bevat nestkasten. Omdat gemiddeld maar een goede 1% van alle hoogstambomen
een geschikte nestholte voor de steenuil bevat, kunnen nestkasten het nestaanbod drastisch doen stijgen.

9.

Ze is gelegen in een halfopen landschap met bos, hooiland of weiland.

10.

De boomgaard is vrij om (planologisch) oud te worden. Vanaf 30 – 40 jaar ontstaan pas holen. Zo stijgt het aantal holen vanaf een stamomtrek van 90 cm erg snel.
Geen enkele boomsoort geeft overigens zo snel geschikte holen als hoogstam appel- en perenbomen.
Ook voor insecten als oorwormen en hoornaars en voor (vleer)muizen en zelfs de steenmarter zijn holen erg waardevol.
We moeten echter wel beseffen dat oude bomen veel minder kwaliteitsfruit geven.