header background image
 

Edelhert

Het edelhert is het grootste wilde dier van ons land. Daarom is het bij deze dieren belangrijk dat de constructie zo hoog mogelijk is met zeker een entbeschermer en later een kruinbeschermer. Als je weet dat de mannelijke herten een schofthoogte bereiken van 1,30 m met een gewicht van ongeveer 150 kg, is het duidelijk dat een grote stevige constructie nodig is. De constructie die het beste bescherming biedt is deze van de paarden voor matige begrazing.

Een boomkorf met een hoogte van 1,8 m en een diameter van 40 cm met maaswijdte 5 x 10 cm in zware gegalvaniseerde ursusdraad en omwikkeld met prikkeldraad is minimaal nodig om de stam tegen het ontschorsen te beschermen. Naargelang de grootte van het dier, moet hier bovenop ook nog een entbeschermer geplaatst worden om de jonge kruin te beschermen. Er wordt rond voornoemde constructie best een kooi geplaatst uit 3 palen met een lengte van 2,5 m en een doormeter van 10 cm, 70 cm diep ingegraven, waarbij de onderkant van de kooi groter is dan de bovenzijde. De drie palen worden bovenaan onderling verbonden met dwarslatten van 60 cm. 

Damhert

Het damhert is een bekend parkdier. Ze zijn kleiner dan edelherten, maar hebben toch een schofthoogte van 1 m en durven al eens op de achterpoten te gaan staan. Ook hier is een grote constructie nodig en doorgaans ook een entbeschermer. We verwijzen dan ook hiervoor naar de bescherming voor paarden.

Reeën

Reeën zijn veel kleiner dan het edelhert en het damhert. De hoogte is hier van minder belang. Een constructie zoals de standaard voor schapen voldoet als bescherming tegen wilde reeën. Wanneer men over intensieve begrazing spreekt is het aan te raden een extra versteviging aan te brengen zoals bij geiten.

Hazen en konijnen

Omwille van het kleinere formaat volstaat hier een lagere en lichtere constructie. Het omwikkelen van de stam met een fijne mazendraad van 1 m hoogte, bevestigd aan de boompaal, is doorgaans voldoende. Deze constructie volstaat ook voor ganzen, die eveneens de schors van jonge fruitbomen lusten.

                                                                                                            
                                                                                                                                                                                                        foto met dank aan RLZH

Woelratten

Voor woelratten is er nog een extra laag bescherming nodig. Deze dieren hebben hun naam niet gestolen en zullen ondergronds tot aan de wortel van de boom trachten te geraken. Daarom is het aangeraden om bij het aanplanten van de bomen reeds een woelratkorf te voorzien. Hierbij worden de wortels in de korf geplaatst zonder ze te beschadigen. Er wordt grond tussen de wortels gedaan en aangedrukt, waarna de korf gesloten wordt door rond de stam aan te duwen.

foto met dank aan RLZH