Een prachtige appel aan de boom gerijpt ... verse smakelijke frambozen ... zelfgemaakte aalbessengelei ... doet het U ook dromen ... maar hoe komen wij aan al dat fruit ?

Kiliaan   Onder zijn huidige vorm was ons fruit niet in de natuur aanwezig. Slechts door veel geduld en inventiviteit is de mens erin geslaagd de bomen en struiken naar zijn hand te zetten. Door zaaien op een gunstige plaats van de vruchten die hij verzamelde, bekwam hij er grotere en zoetere, en alras ontdekte hij dat door bestuiving en selektie de eigenschappen nog verbeterd konden worden. Maar helaas, onze vruchtbomen zijn niet bijster zaadvast, en moeilijk door stekken of scheuren te vermeerderen, zodat allerlei ENTTECHNIEKEN ingang vonden.

Onze hedendaagse bomen bestaan uit een welgekozen ONDERSTAM, bepalend voor de groeikracht, eventueel een tussenstam, en een kruin van de gewenste VARIETEIT , drager van de vruchtkenmerken. Zij verkiezen een humusrijke, luchtige, vochtige, niet te zure bodem, en een zonnige standplaats. De grondwaterstand is levensbelangrijk: bij volledige indompeling sterven de haarwortels af en bij extreme droogte verkwijnt de plant.

Mits een geschikte boomkeuze kan er voor alle standplaatsen en naar ieders voorkeur een passende oplossing gevonden worden.

HOOGSTAMMEN en HALFSTAMMEN zijn van nature gezond, gaan vele tientallen jaren mee, dragen overvloedig, en laten onderbegrazing toe. Nadeel is de noodzaak om ladders te gebruiken, de lange opkweekperiode, de grote plantafstand en de meestal lagere vruchtgrootte en kwaliteit.

LAAGSTAMMEN en LEIVORMEN dragen al na enkele jaren, geven mooie en lekkere vruchten, vergen slechts een beperkte ruimte, maar zijn gevoelig aan ZIEKTEN, vergen regelmatig onderhoud, hebben een beperkte levensduur, en verdragen geen onderbegroeing of begrazing.

  Leivorm
Bereiding   In de regel kan slechts fruit ontstaan uit bloemen die door een passende andere boom bevrucht werden. Bij de aanplant dient met deze KRUISBESTUIVING rekening gehouden.U kan kiezen tussen vroege varieteiten, bestemd voor onmiddellijke consumptie, en late waarvan sommige maandenlang kunnen BEWAARD worden. Er is zowel tafelfruit dat vers gegeten wordt, als fruit bestemd voor VERWERKING tot sap, jam, droogfruit, taarten, alcohol. Appels, peren, kersen, pruimen, perziken, horen bij de grote FRUITSOORTEN, terwijl aalbessen stekelbessen, cassis, frambozen, braambessen, blauwe bessen, druiven, kiwi' s KLEINFRUIT worden genoemd.
Fruitbomen dienen GEPLANT met het entpunt boven de grond, voorzien van een stevige steun, in een voldoende ruime put, zonder toevoeging van meststoffen. De eerste jaren wordt er aan VORMSNOEI gedaan, daarna zorgt de ONDERHOUDSSNOEI voor een gezonde en luchtige boom. De grond onder de boom regelmatig proper houden, en bijtijds BEMESTEN zorgt voor ideale groeiomstandigheden.

 

Over al deze onderwerpen biedt de Nationale Boomgaarden Stichting VOORDRACHTEN en PRAKTIJKLESSEN aan. Raadpleeg hieromtrent onze nationale en locale agenda.